OR Forum › Forums › Rechten van de OR › Doorstart onderneming en Adviesrecht
Tags: adviesrecht, doorstart onderneming
- Dit onderwerp bevat 0 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 5 jaren, 6 maanden geleden door RoaldKleist.
-
AuteurBerichten
-
-
6 juni 2019 om 11:20 #168
De ministers Dekker en Koolmees hebben voorgesteld een zevende lid aan artikel 25 van de WOR toe te voegen. Door dit artikel krijgt de OR adviesrecht bij de doorstart van een onderneming. Het artikel moet er als volgt uit gaan zien:
Voorgestelde tekst art. 25:7 WOR.
In afwijking van de voorgaande leden wordt de ondernemingsraad door de curator, bedoeld in artikel 68, eerste lid, Faillissementswet, in de gelegenheid gesteld overeenkomstig het tweede en derde lid, het vierde lid, eerste volzin, en het vijfde lid een schriftelijk en met redenen omkleed advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit als bedoeld in het eerste lid dat noodzakelijk is om de onderneming in faillissement te kunnen voortzetten of een door hem voorgenomen besluit tot overgang van een onderneming die tot de boedel behoort als bedoeld in artikel 666 lid 2 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek te kunnen realiseren. De ondernemingsraad krijgt daartoe de gelegenheid binnen een door de curator te bepalen termijn. Deze termijn is in ieder geval niet korter dan drie dagen. Het vierde lid, tweede volzin, en het zesde lid zijn niet van toepassing.
Voorgestelde tekst art. 26:10 WOR.
Dit artikel is niet van toepassing op een besluit als bedoeld in artikel 25, zevende lid.
Voorgestelde tekst art. 31:g WOR.
1. Als de ondernemer surseance van betaling aanvraagt of een eigen aangifte tot faillietverklaring indient als bedoeld in de artikelen 1, eerste lid, en 214, eerste lid, van de Faillissementswet, zendt hij een afschrift van de aanvraag of de aangifte die hij bij de rechtbank zal indienen aan de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging. De ondernemer voegt een kopie van dit afschrift als bijlage bij zijn aanvraag of eigen aangifte.
2. Als door één of meer schuldeisers jegens de ondernemer een verzoek tot faillietverklaring is ingediend en de ondernemer voorziet dat het aannemelijk is dat de rechtbank hem in staat van faillissement zal verklaren, zendt hij de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging onverwijld een afschrift van dit verzoek.
3. De ondernemer kan terzake van de informatieverstrekking, bedoeld in het eerste en tweede lid, overeenkomstig artikel 20, eerste lid, geheimhouding opleggen.
- Dit onderwerp is gewijzigd 5 jaren, 6 maanden geleden door RoaldKleist.
-
-
AuteurBerichten
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.